This error message is only visible to WordPress admins
Error: No connected account.
Please go to the Instagram Feed settings page to connect an account.
Voor de crème doublies:
85 gram zachte roomboter
100 gram gezeefde poedersuiker
100 gram bloem
1 theelepel vanille-extract
3 losgeklopte eiwitten
Snufje zout
Voor de vulling:
1 Zakje mix voor luchtige botercrème van dr Oetker
100 gram zachte roomboter
125 ml Boswandeling
2x Spuitzak met een glad mondje (liefst ongeveer 1 cm breed)
Begin met het voorverwarmen van de oven op 170 graden en leg een stuk bakpapier op de bakplaat.
Mix de roomboter (op kamertemperatuur) in een kom samen met de gezeefde poedersuiker tot je romig mengsel hebt.
Meng in gedeelte 3 eiwitten door het mengsel, je krijgt een dun en geschift beslag.
Meng de gezeefde bloem erdoor tot je een glad mengsel krijgt (alles komt weer goed).
Doe een glad mondje op de spuitzak en vul de spuitzak met het koekjesdeeg.
Spuit nu mooie rondjes van ongeveer 3-4 cm op het bakpapier.
Laat tussen de koekjes ongeveer 3 centimeter tussenruimte.
Het bakblik kan nu in de voorverwarmde oven (in het midden).
Na ongeveer 8-10 minuten zijn je koekjes klaar (randjes bruin en binnenin crèmekleur).
Haal ze met een pannenkoekmes van het bakpapier af en laat ze op een rooster afkoelen, nu worden de koekjes lekker bros en knapperig.
We gaan nu de koekjes vullen! Zoek telkens 2 afgekoelde koekjes bij elkaar van gelijke grootte, puit de Boswandelingcrème op 1 helft en plaats er een ander koekje bovenop
90 gram boter
75 gram witte bastaardsuiker
¼ (losgeklopt) ei
Snuf zout
Rasp van een halve citroen
140 gram bloem
1 theelepel bakpoeder
75 gram spijs
Half losgeklopt ei
250 ml slagroom
2 eetlepels witte basterd suiker (of meer als je een zoetekauw bent)
½ zakje banketbakkers van Dr. Oetker
Aardbeien
Zakje taartina
200 ml (aardbeien)sap
Sloffenring of ronde vorm(pjes)
Stervormige spuitmond
Spuitzak (of 3 wegwerpzakken)
Meng boter, suiker, ei, zout en citroenrasp door elkaar tot een romig geheel.
Voeg bloem en bakpoeder toe en mix tot een mooi deeg. Maak een plak van het deeg, verpak deze in keukenfolie en leg het deeg minstens een uur in de koelkast.
Na ongeveer 55 minuten verwarm je de oven voor op 180 graden. Rol de plak deeg uit tot ongeveer 8 mm dikte.
Tip: doe dit vast op een vel bakpapier. Vet de vorm in en bekleed deze met deeg.
Maak het spijsmengsel door het ei door het spijs te kneden. Zo is de Spijs beter te verwerken. Verdeel het spijs op de bodem met een lepel, of gebruik hiervoor een spuitzak. Zorg ervoor dat de buitenste rand van ongeveer 1 centimeter vrij is van spijs.
Bak af in 25-30 minuten op 180 graden en laat het afkoelen voordat je de topping aanbrengt.
Nu beginnen we aan de topping. Klop de slagroom met suiker stijf, meng de helft van het zakje banketbakkersroom met 200 ml boswandeling en klop de slagroom hier voor ¾ deel doorheen ( ¼ apart houden voor de garnering). De Zwitserse Boswandeling room is nu gemaakt. Spuit deze op de afgekoelde taartbodem(pjes).
Was de aardbeien en halveer deze. Leg de aardbeien in de room en decoreer naar wens.
Doe het zakje taartina in een bakje; maak dit aan met 3 eetlepels (aardbeien)sap. Verwarm de rest van het sap in een steelpan tot het kookt. Haal de pan van het vuur en roer het taartina papje er doorheen met een garde (blijf doorkloppen anders het klonten). Zet de pan weer terug op het vuur en breng het wederom aan de kook. Laat het een minuut doorkoken en blijf roeren/kloppen. Haal de pan van het vuur, laat het even afkoelen en breng de taartina aan over de aardbeien als glazuur.
Laat het gebak in het geheel even verder afkoelen. Decoreer naar wens met de overgebleven slagroom. Bewaar het gebak in de koelkast.
150 gram eiwit
175 gram fijne kristalsuiker
¼ theelepel zout
125 gram amandelpoeder
25 gram bloem
50 gram amandelschaafsel
100 gram boter
125 ml Boswandeling
1 zakje botercrème mix van Dr. Oetker
200 gram witte chocolade
Groene poederkleurstof
Verwarm de oven voor op 180 graden.
Maak een kom vetvrij, klop hierin de eiwitten met een mixer. Voeg beetje voor beetje de suiker en een snufje zout toe. Klop de eiwitten tot er stevige pieken ontstaan.
Zeef de amandelpoeder en de bloem boven de kom met eiwitten en spatel voorzichtig door tot er een egale massa ontstaat.
Vul de spuitzak met het beslag en spuit rechte banen op de bakplaat (belegd met bakpapier) en verdeel het amandelschaafsel over de koekjes. Bak de koekjes 20 minuten in het midden van de voorverwarmde oven.
Maak ondertussen de boter crème zoals aangegeven op de verpakking; vervang de 125 ml melk voor 125 ml Boswandeling.
Schep de crème in de spuitzak en spuit op de platte kant van de afgekoelde koekjes een laagje Boswandeling boter crème en druk hier een koekje met de platte kant bovenop.
Smelt de witte chocolade au bain-marie en voeg poederkleurstof toe tot de Boswandeling kleur is bereikt.
Doop de uiteinden van de koekjes in de chocolade en laat het hard worden.
Tip: Als de crème door de warmte nog aan de zachte kant is, laat dit eerst opstijven in de koelkast alvorens je de koekjes in de chocolade gaat dopen. Dit voorkomt een hoop geklieder.
Soezen beslag:
100 g bloem
75 g boter
150 ml kraanwater
3 kleine eieren (maat m)
De vulling:
250 ml slagroom
25 ml Boswandeling
3 theelepels klop fix (slagroomversteviger)
2 eetlepels witte basterdsuiker
De topping (witte chocolade ganache):
100 gr witte chocolade
20 ml Boswandeling
Verwarm je oven voor op 200 °C. Bekleed vervolgens je bakplaat met bakpapier. Leg je spuitzak klaar met een glad rond spuitmondje (minimaal diameter 5) en weeg je ingrediënten af en zet ze klaar.
Zeef de bloem en snijd de boter in blokjes.
Breng het water met de blokjes boter en een mespuntje zout aan de kook in een pan met dikke bodem tot dat de boter gesmolten is. Voeg daarna in een keer de bloem toe en blijf met een houten lepel goed roeren tot er een bal ontstaat die loslaat van de bodem van de pan. Neem vervolgens de pan van het vuur en laat het deeg lichtjes afkoelen zodat wanneer je het ei toe gaat voegen dit niet stremt. Voeg de eieren toe en roer deze door het deeg met een mixer of garde en blijf roeren tot al het ei goed opgenomen is door het deeg en het licht glanzend is.
Vul je spuitzak met het soezenbeslag en spuit (in verband drie rijen van vier) je soezen op de bakplaat. Let op dat je voldoende ruimte laat tussen de soezen, ze nemen namelijk flink in volume toe tijdens het bakken. Plaats je bakplaat in het midden van je oven! Kies je voor grote soezen dan bak je ongeveer 20-30 min kies je voor kleine soesjes dan ongeveer 10/15 min. Dit is afhankelijk van je oven.
LET OP
Open je oven niet tijdens het bakken de soezen zullen dan inzakken.
De soezen zijn goed als ze een lichtbruine kleur hebben, en makkelijk loslaten van het bakpapier.
Als de soezen klaar zijn schakel dan je oven uit en laat ze in de oven (met de deur op een kier) 10 minuten afkoelen. Haal de plaat er daarna uit, en leg de soezen op een rooster zodat ze verder af kunnen koelen, het is belangrijk dat ze de warmte ook aan de onderkant goed kwijt kunnen.
Slagroom, suiker, (en eventueel druppeltje groene kleurstof) lobbig kloppen tot yoghurt dikte. Dan de Boswandeling toevoegen en de klop mix en verder opkloppen. (zet het dan in de koelkast tot je het nodig hebt)
Zet een pannetje water op het vuur en hang hier een kom in die rust op de rand van de pan, maar die het water niet raakt. Breek vervolgens de chocolade in stukken en doe deze samen met 20 ml Boswandeling in de kom en roer het rustig door tot je een gladde massa hebt. (voeg dan eventueel een druppeltje groene kleurstof toe naar wens).
Doop de soezen (als ze afgekoeld zijn) in de ganache en hou ze vast tot de overtollige ganache terug in de pan is gevallen. Zet ze daarna op een rekje om de ganache uit te laten harden en strooi er voor dat de ganache uitgehard is een klein beetje kokos over heen ter decoratie. Snij daarna met een keukenmesje een kleine opening in de onderkant van de soes (ter grote van het spuitmondje dat je gebruikt en vul de soes met je vulling. Of snij hem voorzichtig door en vul hem dan door de roomvulling op te spuiten.
200 gram lange vingers
250 ml Boswandeling
500 gram mascarpone
150 ml sterke koffie
2 theelepels klop fix
100 gram witte chocolade
Bakje frambozen
Cacao poeder
Breek de chocolade in stukjes en laat het au bain Marie smelten in een bakje en voeg hier 50ml boswandeling aan toe. Als de chocolade geheel gesmolten is laat je dit mengsel afkoelen in de koelkast.
Tip: Met dit recept maak je acht volwaardige porties Boswandeling tiramisu. Je kunt de tiramisu op verschillende manieren presenteren. Kies je voor individuele porties neem dan lage whisky glazen met een normale doorsnede. Wil je presenteren in een schaal neem dan een rechthoekige glazen schaal van ongeveer 15 x 25 cm (niet groter anders heb je niet voldoende inhoud om de laagjes te bouwen.
Voeg 250 gram mascarpone samen met 50 ml boswandeling en meng dit goed tot het een “zalvig” geheel is. Je kunt eventueel naar eigen inzicht spelen met de hoeveelheid Boswandeling. Wordt het mengsel te slap voeg dan een beetje klop fix toe, hierdoor zal het wat meer opstijven. Schep het mengsel in een spuitzak zodra de gewenste smaak/dikte bereikt is en leg de spuitzak in de koelkast tot je hem nodig hebt.
Meng de overige 250 gram mascarpone met de afgekoelde 'boswandeling chocolade ganache' en klop dit luchtig met de mixer. Zodra dit klaar is, gaat ook dit in een spuitzak.
Schenk 150 ml koffie in een laag bakje. Schenk vervolgens 150 ml boswandeling in een steelpan en verwarm dit licht(let op; niet laten koken). Was de frambozen en snijdt ze naar wens in stukjes.
Zet de schaal of glazen klaar we gaan beginnen met “bouwen” van de tiramisu. Dompel nu de lange vingers met de suikervrije kant eerst in de Boswandeling, daarna direct in de koffie en vervolgens kun je ze wegleggen in de schaal tot de bodem bedekt is(Wanneer je de glazen gebruikt dan zal je deze lange vingers even op maat moeten breken).
Spuit nu al zigzaggend de mascarpone ganache uit stap drie over de lange vingers tot deze volledig bedekt is, hierna verdeel je de fijngesneden frambozen over het geheel en vervolgens herhaal hierna stap 5 wederom totdat de hele massa bedekt is met lange vingers gedrenkt in Boswandeling en koffie.
Spuit nu de Boswandeling mascarpone uit stap 2 over de tweede laag lange vingers op precies dezelfde wijze als in stap 6. Dit is de laatst laag.
Bestrooi met een fijn zeefje de bovenkant met cacaopoeder naar eigen smaak.
Tip: Bewaar een paar Frambozen om bovenop te leggen net voor het opdienen. Dat fleurt de boel op.
Tip: De lange vingers die je over hebt kun je bij gebruik van de glaasjes breken en rechtop in de bovenste laag zetten als decoratie of op de schaal leggen.
Melk (bij voorkeur vers voor de smaak)
Espresso (net gezet en goed heet)
Boswandeling
Kannetje of kopje met een tuutje
Optioneel: opschuimsysteem
Verhit ongeveer twee eetlepels Boswandeling (niet koken) en meet de melk af die je nodig hebt. Aangezien je ook melkschuim gaat maken is dit ongeveer 2-3 cm onder de rand van het glas dat je wilt gebruiken.
Warm en klop de melk op. Dit kan met de hand, gewoon in een pannetje op het vuur met een handklopper. Dit kan ook met een automatisch opschuimkannetje. Of, als je het hebt, met het opschuimsysteem van je koffieapparaat.
Tip: Het geheim van mooi melkschuim? Gebruik altijd koude melk als je begint. Schuim je melk op tot ongeveer 30-35 graden Celsius. Daarna wil je de melk alleen nog maar opwarmen, maar niet meer schuimen. Doe je dit wel, dan krijg je grote grove bellen, die snel breken. Tot slot, maak je melk niet te heet (eindig ongeveer bij 60-65 graden Celsius). Je kunt dit met een thermometer meten, of als je een koffieapparaat gebruikt met de hand.
Stap 3: Vul de bodem van het glas met de verhitte Boswandeling, vul de rest van het glas tot net onder de rand met de melk. Let op: dit moet heel langzaam omdat anders de laagjes niet zichtbaar zijn. Het melkschuim met een lepel bovenop de melk leggen.
Tip: Bereid je espresso in een kannetje of in een kopje met een tuutje. Hiermee schenk je straks gemakkelijker je espresso in je melk.
Maak je espresso. Je kunt het ook met filterkoffie proberen. Maar voor de mooiste laagjes, en vooral voor de beste smaak, is het beter om espresso te gebruiken. Filterkoffie heeft een ander gewicht dan espresso, dit heeft invloed op de laagjes in je glas. Daarnaast is filterkoffie meestal iets minder sterk van smaak, waardoor hij een beetje weg kan vallen tegen de zoete melk en je hem niet meer goed terug zal proeven.
Schenk de espresso, terwijl deze nog heet is, niet te snel (maar ook niet zo langzaam dat je gaat druppelen), in de melk. Als het goed is zal je hem zien gaan zweven tussen je melk en je schuimlaag.
Serveertip: Je kunt je koffiedrankje zo presenteren, maar als je de koffievlek boven op je melk niet zo mooi vindt, schep met je lepel dan nog een beetje opgeklopte melk er bovenop.
Voor het amandelmeel (broyage):
300 gram amandelmeel
200 gram poedersuiker
110 gram eiwit
Voor de eiwitten:
110 gram eiwit
300 gram suiker
75 gram water
Voor de vulling:
100 gram witte chocolade
250 ml Boswandeling
Botercrème
Groene kleurstof
Keukenthermometer
Spuitzak met spuitmondje
Zeef het amandelmeel én het poedersuiker door een superfijne zeef en meng de twee gezeefde poeders door elkaar. Hoe fijner, hoe beter! Meng het eiwit (niet het eiwit dat je straks stijf klopt, maar het gewone eiwit uit het eerste ingrediëntenlijstje) hier doorheen (bijvoorbeeld met een siliconen spatel) tot er een mooie, egale structuur ontstaat. Hier moet je wat handigheid in krijgen. Wil je gekleurde macarons? Voeg dan aan dit mengsel wat kleurstof toe. Gebruik wel altijd poederkleurstoffen!
Kook het water met de suiker in een steelpannetje op hoog vuur. Houd de temperatuur in de gaten met een kookthermometer. Als het te hard bubbelt of bruin wordt, zit je fout. Het moet een doorzichtig, heel licht goudkleurige siroop worden. Anders blijven je macarons nooit mooi van kleur én krijg je een verbrande smaak.
Doe ondertussen de eiwitten (er mag geen spoortje eigeel in zitten) in de kom van je mixer of keukenmachine (waar een garde-opzetstuk in zit), maar klop nog niet. Als het suikerwater 115 graden heeft bereikt, kun je beginnen met de eiwitten stijf te kloppen. Begin langzaam en voer dan de klopsnelheid op.
Blijf de temperatuur van het suikerwater in de gaten houden. Als deze exact 118 graden is, haal je het pannetje van het vuur en giet je, terwijl het eiwit nog wordt geklopt, in een langzame straal de doorzichtige hete suikerstroop bij de kloppende eiwitten. Klop de eiwitten met de suiker nog eventjes goed door, totdat de temperatuur van het geheel op ongeveer 40 graden ligt. Hoe vaker je macarons maakt, hoe beter je gevoel krijgt bij wanneer het proces 'klaar is'. Stop dan met kloppen. Je moet de mengkom op z'n kop kunnen houden, terwijl de eiwitten er stijf in blijven liggen en niet eruit lopen.
Meng een derde van de stijfgeklopte meringue door het amandelmeelmengsel. Dit gaat het handigste met een siliconen spatel. Meng het goed door, het moet een mooi glad geheel worden. 'Vouw' daarna de rest van de geklopte eiwitten erdoor; dit doe je voorzichtiger en met lange halen. Totdat het mengsel dik, glad en lobbig is.
Vul nu een spuitzak met een middelgrote spuitmond en leg een bakplaat met bakpapier klaar (of macaronmat). Spuit daarop het mengsel in kleine rondjes. Heel belangrijk: laat genoeg ruimte zitten tussen de rondjes, want het loopt nog uit. Liever teveel ruimte dan te weinig! Oefen goed met voorzichtig spuiten; probeer geen rondjes te draaien of een soort 'hoopje' te maken. Als je al het beslag opgespoten hebt, tik je de bakplaat één keer goed op het aanrecht (alsof je hem laat vallen van 5 cm afstand) zodat alle luchtbelletjes eruit zijn en de macarons mooi uitvloeien. Laat de bakplaat nu een halfuur rusten op je aanrecht. Wees geduldig; je wil ze afbakken, dat snappen we, maar eventjes wachten zorgt voor een gedroogd 'velletje' op de macarons, en geeft straks ook het mooie 'voetje'.
Verwarm je oven voor op ongeveer 125 graden en bak de macarons 10 minuten af. Als de oven piept, doe je de ovendeur 5 seconden open, daarna weer dicht, en nog 5 minuten bakken. Doe daarna nog een keer de deur een paar seconden open en bak vervolgens nog 5 minuten door. In totaal hebben je macarons dan 20 minuten in de oven gestaan. En dan kun je de plaat vol macarons eruit halen.
Breek de chocolade in stukjes en laat het au bain Marie smelten in een bakje en voeg hier 50ml boswandeling aan toe. Als de chocolade geheel gesmolten is laat je dit mengsel afkoelen in de koelkast. Voeg daarna wat boter crème naar smaak toe en maak het geheel af met wat groene kleurstof.
Leg de macarons bij elkaar die het mooiste op elkaar passen; als je goed hebt opgespoten zijn het allemaal tweelingen - of in ieder geval vriendjes. Vul de macaronhelften met de granache en draai/duw ze zachtjes op elkaar.
Kruidnoten
100 gram witte chocolade
20 ml Boswandeling
Zet een pannetje water op het vuur en hang hier een kom in die rust op de rand van de pan, maar die het water niet raakt. Breek de chocolade in stukken en doe deze samen met 20ML Boswandeling in de kom en roer het rustig door tot je een gladde massa hebt. (voeg dan eventueel een druppeltje groene kleurstof toe naar wens).
Doop de kruidnoten in de ganache en haal ze eruit met een vork. Laat de kruidnoot goed uitlekken en leg ‘m op een plaat bedenkt met zilverfolie. Laat de kruidnoten 5 minuten uitharden en haal ze nogmaals door de ganache. Nu krijgen ze een mooie groene kleur. Laat de kruidnoten 15 min in de koelkast uitharden.
300 milliliter slagroom
4 eiwitten
50 gram suiker
1 reep witte chocolade (ca. 250 gram)
200 milliliter Boswandeling
Groene kleurstof
Smelt de chocolade au bain marie.
Klop ondertussen de eiwitten tot stijve pieken. Klop de slagroom samen met de suiker en Boswandeling lobbig.
Wanneer de chocolade gesmolten is, roer je die voorzichtig door de slagroom. Wanneer je dat gemengd hebt, spatel je voorzichtig de eiwitten er doorheen. voeg voor de mooie groene kleur een druppeltje groene kleurstof toe.
Laat de mousse nu 30 tot 60 minuten opstijven.
Pak mix voor biscuitdeeg (Dr. Oetker)
Zakje mix voor botercreme (Dr. Oetker)
4 eieren
100 ml Boswandeling
100 gram roomboter
250 gram blanke marsepein
250 gram witte chocolade
Groene kleurstof (poeder)
Jam
Verwarm de oven voor op 175°C (heteluchtoven 160°C).
Meng het biscuitdeeg volgens de verpakking en klop het beslag op de hoogste snelheid zo'n 7 á 8 minuten op. Mix het daarna nog 2-3 minuten op lage snelheid na.
Vul een ingevette (vierkante) bakvorm (1/2 tot 2/3 vol) en bak de taart in de voorverwarmde oven in circa 35 minuten gaar. Haal de taart na het bakken direct uit de bakvorm en laat deze uitdampen op een rooster.
Maak ondertussen de botercrème. Klopt de zachte roomboter romig, voeg beetje bij beetje en om en om de botercrème mix en Boswandeling toe. Mix het geheel daarna nog 5 minuten tot een gladde crème.
Als de taart goed is afgekoeld, snij je deze in de vorm van een mergpijpje (rechthoek). Snij de mergpijpjes in twee delen. Smeer er eerst een laagje jam op, daarna een laagje botercrème en dan weer een laagje jam. Plaats daarna het tweede deel van de biscuit er bovenop.
Rol de marsepein goed uit en snijd deze in het formaat van de mergpijpjes. Smeer de boven- en zijkanten in met botercrème en bekleed de mergpijpjes met de marsepein. Plaats de mergpijpjes circa 15 minuten in de koelkast om op te laten stijven.
Smelt de chocolade au bain-marie, in de magnetron of in een chocolade smelter. Voeg groene kleurpoeder naar wens toe. Doop hier nu voorzichtig de onderkant van de mergpijpjes in. Laat de chocolade hard worden voordat je de zijkanten in de chocolade doopt.
150 ml kraanwater
25 g suiker
50 g boter
125 g bloem
2 eieren
1 tl kaneel
175 ml zonnebloemolie
10 g poedersuiker
50 ml Boswandeling
Verhit in een steelpan het water met de suiker, boter en een mespunt zout. Voeg, als de boter gesmolten is, in 1 keer de bloem erbij. Roer net zo lang tot het deeg loslaat van de pan en een bal vormt. Neem van het vuur en voeg 1 voor 1 de eieren toe en de kaneel; voeg nu ook de Boswandeling toe. Roer tot een glad beslag. Laat een beetje afkoelen.
Verhit de olie tot 180 °C in een ruime pan. De olie is heet als een stukje brood in 15 sec. goudbruin is. Schep het beslag in de spuitzak en spuit op een stuk bakpapier reepjes van ca. 10 cm lang. Laat ze voorzichtig per ca. 5 stuks in de hete olie glijden. Bak de churros goudbruin in 4-5 min. Schep ze met een schuimspaan uit de olie en laat uitlekken op keukenpapier. Houd de churros warm onder aluminiumfolie. Bestrooi op het laatste moment met poedersuiker.
Wil je het helemaal afmaken? Maak dan ook nog een Boswandeling chocodip! Neem ongeveer 30 ml Boswandeling met een klein beetje kleurstof en voeg dan choco 140 gram (2 witte Verkade repen) toe en zet het in de magnetron op half vermogen tot de chocolade gesmolten is. Goed roeren!
Koopmans pannenkoekenmix
500ml Boswandeling
2 eieren
Bereid de mix zoals beschreven.
Voeg de Boswandeling toe in de mix.
Giet een gedeelte van het beslag in de pan en bak de pannenkoek goudbruin.
Tip: Voeg de Boswandeling toe naar eigen smaak!
90 ml Boswandeling
200 ml slagroom
1/2 theelepel vanille extract
2 eieren
Brood (wit of bruin)
Voeg 15 ml Boswandeling en 125 ml slagroom bij elkaar, en klop het op tot een luchtig geheel. Dit ga je uiteindelijk gebruiken voor de topping.
Voeg 75 ml Boswandeling, 75 ml slagroom, 1/2 theelepel vanille extract en twee eieren bij elkaar en mix dit tot een geheel.
Doop vervolgens het brood aan allebei de kanten in de mix, en bak deze daarna totdat deze mooi goudbruin is. Voeg daarna de topping toe en geniet!
16 plakjes bladerdeeg
250 ml melk
250 ml Boswandeling
50 gram custardpoeder
50 gram suiker
1 zakje vanillesuiker
1 ei
150 g poedersuiker
3 el Boswandeling
Mespuntje (oranje/rood & geel) kleurstof
Ontdooi het bladerdeeg en leg 2 plakjes op elkaar. Rol de plakjes uit en prik ze in met een vork. Snijd de randjes recht en snijd de plakjes doormidden. Leg het deeg op een, met bakpapier beklede, bakplaat en laat het deeg circa 10 minuten rusten. Verwarm de oven voor op 180 ºC. Bak het bladerdeeg in de oven in circa 15-20 minuten goudbruin en gaar. Laat het bladerdeeg afkoelen.
Klop het ei met de helft van de suiker los in een kom. Voeg hier een bekertje melk (niet alles) en de custardpoeder aan toe. Roer goed door.
Breng in een steelpan de rest van de melk en de Boswandeling met de andere helft van de suiker aan de kook. Voeg de kokende melk toe aan de kom met het custard mengsel. Roer goed door met een garde. Giet het mengsel terug in de pan en zet deze op het vuur. Laat het mengsel zachtjes doorkoken. Het wordt steeds een beetje dikker. In het begin zal je dit nog niet zo merken, maar let goed op want als het eenmaal begint met indikken gaat het best snel. Laat doorkoken tot het dik genoeg is.
Giet de banketbakkersroom in een schaal of kom en dek deze af met folie om een velletje op de room te voorkomen.
Roer de boswandeling door de poedersuiker en voeg de kleurstof toe. Bestrijk hiermee de bovenkant van 8 plakjes bladerdeeg.
Schep de (afgekoelde) banketbakkersroom in een spuitzak en spuit banen op de 8 resterende plakjes bladerdeeg. Leg de kapjes erop en snij de tompouce naar wens.
Tip: een leuke traktatie voor bijvoorbeeld Koningsdag!
Boswandeling
1 pak Bastogne koeken
50 gram boter
2 bananen
Vanille suiker
6 gelatine blaadjes
500 gram magere kwark
¼ liter slagroom
Springvorm (20 – 24 cm doorsnede)
Spatel
Mixer
Laat de gelatine blaadjes weken in koud water. Bekleed de bodem van een springvorm met bakpapier. Verkruimel een pak Bastogne koeken (handig in een keukenmachine).
Smelt 50 gram boter in een pannetje. Roer de kruimels door de gesmolten boter en strooi dit mengsel in de springvorm. Druk stevig aan met de bolle kant van een lepel. Minstens 10 minuten in de koelkast zetten. Snijd de bananen in hele dunne plakjes en bedek hiermee de bodem van de taart.
Klop de slagroom net niet helemaal stijf. Knijp de blaadjes gelatine uit en los ze op in 5 eetlepels heet water. Roer een klein limonadeglas boswandeling(hoeveelheid naar smaak) door de kwark. Wil je meer Boswandeling gebruiken voeg dan ook 1 of 2 blaadjes gelatine extra toe en 1 eetlepel water.
Doe de slagroom samen met het kwark/Boswandelingmengsel en de gelatine bij elkaar terwijl je dit met de mixer rustig door mixt. Doe vervolgens het merg van een vanille stokje bij het kwarkmengsel. Breng de kwark vervolgens op smaak met wat gewone of vanillesuiker als je hem niet zoet genoeg vind.
Giet het kwarkmengsel op de bananen en verdeel het met een spatel gelijkmatig in de springvorm. Tik daarna de vorm nog een paar keer op het aanrecht zodat de kwark goed tussen de plakjes banaan gaat zitten.